Tagarchief: sportklimmen

Revenge of the nerds: Odyssey Kalymnos

Met het euforische gevoel na project Kastor gaan we de laatste dagen Kalymnos in. Een dubbel gevoel: hoe kunnen we dit nog overtreffen?

In de rij voor DNA

De meeste restaurantjes en winkels zijn inmiddels geopend en de grote groepen klimmers stromen binnen. De dagen dat we alleen of met ‘bekenden’ – je komt dagelijks vertrouwde gezichten tegen – aan een rots stonden zijn definitief voorbij. Bewust nemen we afstand van de populaire sectoren Grande Grotta en Panorama, waar ondanks de tientallen beauties van routes elke gek toch in de rij staat voor DNA (7a). Misschien omdat de topo aangeeft dat deze route geen enkele techniek vereist? (;)

Oude liefde

Kalymnos telt talloze verschillende sectoren met haar eigen charme: verticaal, overhangend, scherp, afgeklommen, pockets, tufa’s, remote, drukbezocht, aan het strand of aan een weg. Nu de ‘druk’ om te presteren wat is afgenomen, besluiten we om een relatief gemakkelijk gebied te bezoeken: sector Odyssey. In eerdere jaren klom ik hier mijn allereerste 6c (Ciao Vecchio). En worstelde in een pumpy 6b+, Atena, waarbij ik steevast hyper verzuurd met mijn neus op de ketting losliet.

Odyssey Kalymnos
Sector Odyssey
Spiegelei

Een groep enthousiaste Britten houdt Atena bezet, dus we besluiten een andere lijn te klimmen: Calipso (6c+). “Is goed te doen, toch?”, mompel ik nonchalant terwijl Richard op zijn tandvlees de boulderachtige crux klimt. Zijn rechter middelvinger geklemd in een afgeklommen mono, linkerhand met twee vingers in een ondiep kuiltje. Zijn voeten staan op iets dat verdacht veel lijkt op een spiegelei. Daarna volgt een passage van bak naar bak – het lijkt verdorie wel een indoor klimwand – en op het eind moet hij alle kracht bijzetten om een verre maar goede greep te pakken. Richard klimt de route daarna easy peasy uit. Ik heb aanzienlijk meer moeite met het begin van de route, ondanks dat ik niet één maar twee-en-een-halve vinger in de begingreep krijg gepropt. Enkele zuchten, vloekjes en pogingen later klim ik de route uit.

Monsterlijk

Zodra de Britse klimhelmpjes Odyssey verlaten, hangt Richard snel een touw in Atena. Tijd voor de ultieme wraak. Dat valt tegen. De route is enorm glad geklommen en lastig te ontcijferen; grepen zitten verstopt en ik verzuur daardoor sneller dan verwacht. “Laat maar hoor. Niet de moeite.” Ik herpak mezelf na een half uur en een kingsize chocolade croissant en klim dit monsterlijke ding voor de eerste keer uit!

God van het enthousiasme

De combinatie van relatief gemakkelijke routes en een korte aanlooptijd bevalt zo goed, dat we ook de volgende dag naar Odyssey rijden. Het plan: Dionysos (7a), zoon van Zeus en de god van het enthousiasme. “Nou, die route is me dan op het lijf geschreven!” Op de heenweg passeren we een groep van (16!) Australiërs en zijn blij dat we als eerste bij de rots aankomen om meteen in de route te stappen.

Kansloos?

Dionysos bouwt prettig op: je start op een verticale wand met goede pockets en randjes. Daarna volgt een sectie met grote gaten en zijgrepen tot op een brede richel waar je ongegeneerd kunt zitten. En dat doe ik dan ook. Je bent een diva of je bent het niet. Daarna enkele krachtige boulderpassen gevolgd door een mild stuk over goede zijgrepen naar de grande finale. Weg grote grepen. Enige dat overblijft is een ver, vlijmscherp randje, een lastige voetwissel en de eindketting. Richard klimt Dionysos eenmaal opgewarmd eenvoudig uit.

Dionysos (7a)
Diva on the rocks

Ik heb veel tijd nodig om alle passen goed in mijn hoofd te prenten. Dat gaat moeizaam. Heel moeizaam. Ik hoor de Australiërs denken: kansloos. Daar kik ik echter op en stop daarna al mijn energie en enthousiasme in de ultieme poging. In de eindpassage vliegen mijn voetjes twee keer gecontroleerd los van de wand als een echte gangster. Vet! Apetrots.

Dionysos (7a)
Dionysos uitgezoomd: living on the ledge
Bromance

De laatste dag genieten we van de beste Griekse koffie bij Sofrano en eten we veel en lekker bij ons vaste adres, Manifesto. Als afsluiter een dikke Griekse knuffel van de eigenaar. Ook voor Richard. Zijn Bromance (of Gromance?) is ten einde. Next stop: Spanje!

Sofrano coffee
Griekse gastvrijheid bij Sofrano

 

To lead or not to lead: Kastor (7a)

Op 22 maart was ik jarig. Op Kalymnos. “Wat gaan we doen vandaag?”, vraag ik hoopvol aan Richard. “Iets heel leuks!” Enkele uren later overwin ik mijn grootste angst.

Voorklimmen is niet mijn hobby

Degenen die mij goed kennen weten: voorklimmen (lead climbing) is niet mijn hobby. Het verschil tussen een route naklimmen en voorklimmen is zo groot als het verschil tussen Wendy van Dijk en haar kandidaten in Obese. Er blokkeert iets tussen mijn oren waardoor ik routes waar ik anders fluitend doorheen wandel al piepend, zwoegend en hangend verpest. Tot een aantal jaren geleden kon ik het stemmetje in mijn hoofd (“niet vallen, niet vallen”) nog tot zwijgen brengen. Maar met de jaren lijkt de voorklimangst alleen maar te groeien en hangt Richard liefdevol een touw in moeilijke routes. Des te ironischer dat ik op mijn verjaardag besluit om mijn angsten te confronteren. De keuze voor de gelukkige winnaar is snel gemaakt: Kastor (7a), een prachtige, overhangende route met dynamische passen waarbij mijn recent verworven boulder skills goed van pas komen. Door Richard persoonlijk geïnspecteerd en goedgekeurd: “Super goed behaakt, kan niets gebeuren!”

Voorbarig enthousiasme

Dus… op mijn verjaardag stappen we na een frisse scooterrit vol goede moed in Kastor in sector Arhi. Voor het vertrouwen en om de spieren te laten wennen eerst naklimmend. Haalbaar, maar alleen als je er 100% voor gaat, bedenk ik me terwijl ik alle passen vers in mijn geheugen plant. Het doel is om alle passages aan elkaar te rijgen. En steeds verder te klimmen.

Loslaten!

Ik wacht een half uurtje en dan start het voorklimavontuur. Ik kom tot de eerste lastige passage – slechte voettreden en een half-natgeregende tufa – en maak de verre pas. Enkele momenten later, als ik het setje inklip, besef ik dat ik onbewust de pas heb gemaakt. Zonder angst om te vallen. “Gaaf hé!” Het enthousiasme blijkt iets te voorbarig: deze route is berucht om de lastige finale; het inklippen van de eindketting. Je staat niet geweldig op een kleine gladde tree en moet absolute rust bewaren om het touw in de ketting te hangen. En dat terwijl je onderarmen verzuurd raken en je naar zuurstof hapt. Ik doe vervolgens iets wat je niet moet doen: terug klimmen naar de vorige haak. Richard maant me streng aan om los te laten, maar dat is nu net het leuke aan voorklimangst: vallen is geen optie! Ik dúrf niet los te laten. Met zwaar verzuurde onderarmen en een geknakt ego besluit ik de handdoek in de ring te gooien. Welke gek doet zoiets op haar verjaardag?

Arhi Kalymnos
Mojo terugvinden in sector Arhi
Rust is het halve werk

We houden siësta aan de rots en genieten van de rust en het zonnetje. Totale ontspanning. Ik besluit nog een poging te wagen. Voordat ik het weet, ben ik bij een van de lastige passages halverwege de route; een soort boulder naar een gigantisch gat waar je middels een knee bar eindeloos kunt herstellen. Een aarzeling en ik laat los. Ja, los. De Val is een feit. Achteraf gezien stelt deze baby-val niets voor, maar ja, dat is achteraf. Ik klim de route uiteindelijk met één blok uit. Een net resultaat, gezien de progressie gedurende de dag. Supertrots scooteren we naar huis, uhm, ons hotel.

Kastor, sector Arhi
Het proces
Supersized

Ik vraag me al de hele dag af waar mijn cadeau blijft en maak me nu toch wel een beetje zorgen. (;) Ik bestel calamari. Tot mijn verbazing komt er geen inktvis maar een custom hamburger met alles erop en eraan. Richard heeft enkele dagen ervoor een pact gesloten met de kok en een on-Grieks menu in elkaar gezet, inclusief supersized homemade chocoladetaart. Bonuspunten, Richard! Tijdens het dessert kijken we terug op een unieke ervaring en besluiten: jij kunt Kastor voorklimmen, je moet ervoor gaan!

Mantra

Nog vol (letterlijk en figuurlijk) van de dag ervoor warm ik op in Kastor. Chocoladetaart zit zwaar in de weg. Elke pas gaat moeizaam. De knop moet nu om. “Als ik de route zo gemakkelijk na kan klimmen, dan moet het ook voorklimmend lukken”, klinkt als een soort mantra door mijn hoofd. Ik weet niet wat er daarna gebeurt, maar op de automatische piloot klim ik de route uit! Zonder aarzeling of angst. Vet!!! Na het klippen van de ketting dubbelcheck ik het bij Richard: “Ik heb ‘m echt geklommen hé?” Nogmaals excuus aan de aanwezige geiten en lokale bewoners voor de harde yell die daarna volgt…

Aerodynamica

De dag erna nemen we een welverdiende rustdag en gaan we voor een nieuwe haircut naar Pothia. Richard klimt daarna de sterren van de hemel. Zijn project Aeolia extension (7a+) in sector Panorama blijkt na dik twee weken zonneschijn nog steeds doorweekt. Uit armoede stapt Richard in de naastgelegen route Lulu in the sky (7a+) en klimt hem in de tweede poging. Mede mogelijk gemaakt door zijn aerodynamische kapsel?

 

Ghost kitchen: over geesten en gitaren

Twee weken op Kalymnos: het voelt als twee maanden. Positief bedoeld dan he. De rust en harmonie op dit kleine eilandje zijn ongeëvenaard.

Ghost kitchen

Inmiddels een prachtige scooter rijker laten we de populaire sectoren Grande Grotta en Panorama achter ons. We belanden bij een old time favorite: sector Ghost kitchen. Een korte steile wandeling langs bijenkorven (jykes!) leidt tot een indrukwekkende grot vol met tufa’s en ‘mushrooms’ waar je op en aan kunt hangen, of zelfs op zitten. Links en rechts naast de grot bevinden zich de gemakkelijke routes op voornamelijk hellende rots. Plaat is niet mijn vriend. Dus kiezen we Dafni (6c+), een overhangende spierballenroute.

The Cow song

Net als ik goed en wel de eerste passen maak in de route, klinkt gelach en gezang vanaf het pad naar boven en een geluid dat verdacht veel lijkt op … een radio. Crisis, ik kom hier voor mijn rust! Ik kom hangend en wurgend boven in Dafni en semi-geïrriteerd kijk ik wie hier dit kabaal veroorzaakt. Geen radio, maar wel een zingende, gitaarspelende Stefan Keiner, die enkele dagen ervoor zo prachtig zijn project Fun de Chichunne (8a) in Grande Grotta probeerde en Richard fanatiek door Trela (7a) schreeuwde. Stefan vermaakt de aanwezigen, voornamelijk Amerikanen, met een Duitse ballade over koeien. Ik klim deze dag geen route uit, maar wordt wel samen met Richard gefotografeerd in Remember Wadi Rum (6c). Spot de blije zekeraar op de foto (;). Topdag!

Remember Wadi Rum (photo credits Stefan Keiner & Sebastien)
Richard in Remember Wadi Rum (foto Stefan Keiner & Sebastien)
The Underclings

De volgende dag scooteren we naar sector Arhi, een bocht voor Ghost kitchen, met een even imposante grot. Nadeel is dat de routes relatief exposed liggen voor de Noordenwind, wat het moraal niet veel goed doet. “We zien wel”, spreekt Richard wijs uit. Zonder verwachtingen en relatief inspiratieloos warmen we op in een 5c, die opmerkelijk lastig blijkt voor dit niveau. De overhangende routes lonken. In 2016 klom ik de naastgelegen route The Underclings (7a) op Arhi. “Even testen of we nog in vorm zijn”, grap ik. De route is 40 meter lang, maar nergens super moeilijk. De kunst is netjes klimmen, volhouden en je rust bewaren. Zeker wanneer je op het eind zo’n drie meter over zij- en ondergrepen (vandaar de naam) naar rechts traverseert om vervolgens weer twee meter links naar de eindketting te klimmen. Gelukt! Apetrots.

The Underclings, sector Arhi
Onbekende klimmer in The Underclings
Vergeet je knie nie

Op dit soort momenten wil ik altijd even nagenieten. Toch niet niets, zo’n 7a. Richard heeft zijn oog echter al laten vallen op een andere oude bekende: Kastor (7a). Niet te vergelijken met The Underclings: bijna drie keer zo kort, twee keer zo overhangend en puur op power. Richard klimt moeiteloos naar boven. Daarna doe ik een poging maar haper bij elke pas. Mijn armen zijn leeg en daardoor lukt het me niet om de verre, dynamische bewegingen te maken. Na een flinke blok kom ik aan bij het kenmerkende deel van deze route: twee gigantische gaten waar de meesten snel voorbij klimmen. Ik prop traditiegetrouw mijn volle knie in het gat en kan daardoor beide armen laten rusten. De tweede poging klim ik de route uit. En geniet nog dagen na van deze prestaties.

Kalymnos rustdag: na zonneschijn komt regen

Na vier zonnige klimdagen op Kalymnos volgt een on-Grieks regenfront ons tot aan de rots. Tijd voor een rustdag, of twee!

Gammel

Persoonlijk heb ik het niet zo op rustdagen. Zonde van de kostbare tijd die je als fanatiek klimmer hebt. Een beetje hangen, boekje lezen, wandelingetje maken staan voor mij gelijk aan de grote Verveling. Toch heeft je lichaam dit nodig. Na een aantal dagen omhoog te zijn gestiefeld voelen mijn benen al redelijk gammel. En mijn schouders schreeuwen om een massage (jammer, die krijg ik niet (;) ). Ook merk ik dat na een aantal dagen mentaal, qua lef en motivatie, de scherpte eraf gaat.

WIFI en sponzen

En wat doe je op zo’n rustdag op Kalymnos? Juist ja: een beetje hangen, wandelen en lezen. En praise the lord voor de drie-streepjes-WIFI van ons hotel! Netflix snackt extra lekker weg als je moe bent. Richard houdt dit dagen, zo niet weken, vol. Maar na een paar uur word ik onrustig en trek ik er met mijn camera op uit. Al wandelend door Myrties ontdek ik weer toffe nieuwe plekjes, zoals het piepkleine kleurige haventje waar de lokale vissers aanmeren. Veel sponzen, waar Kalymnos wereldberoemd is, halen ze niet meer binnen. Later stuiten we op de Babis Bar in Myrties waar de meeste, vooral Amerikaanse, klimmers zich schuil houden. Ik bestel een kopje koffie maar het meubilair plakt zo dat ik mijn armen niet durf neer te leggen op de stoelleuning. Hoop voor de arme klimmertjes die hier verblijven dat hun appartement boven de bar schoner is…

Even zitten

Na twee dagen regen en rust breekt de zon weer door. Ik maak Richard he-le-maal gek door de wekker extra vroeg te zetten. Om vervolgens stuiterend op koffie en Griekse yoghurt naar sector Panorama te rennen. Richard warmt op in Aeolia (6c+), later wil hij gaan voor de extensie (7a+). Ik besluit Aeolia, die ik een aantal dagen hiervoor tot project heb gedoopt, nog een keer goed uit te werken. En dan later op de dag te gaan voor de ultieme poging. De start van de route, die vrij subtiel is, gaat soepel. De aanwijzingen van Richard helpen me gemakkelijk door de tricky traverse. Mijn vingers en spieren voelen warm aan dus ik besluit door te klimmen en maar te kijken waar het schip strandt. Na een meter 20 begint de route flink over te hangen en raken mijn armen verzuurd. Ik wil even zitten, denk ik nog. Op dat moment draai ik met mijn rug, per toeval, tegen de tufa aan en vind ik een no-hands rest. Dat geeft me voldoende tijd om uit te rusten. Hop! Getopt!

Rock stars

Richard klimt daarna heel steady zijn project. “Ziet er goed uit”, brul ik nog naar boven wanneer hij de moeilijkste passen klimt. Twee haken onder de eindketting blijkt de regen echter roet in het eten te hebben gegooid. De laatste meters van zijn route zijn spiegeltje glad. Balen. De rest van de dag vermaken we ons met een groepje Zwitsers die in felgekleurde latex leggings, dito haarband en hardrock T-shirts de sterren van de hemel klimmen.

 

 

Tufa Tango op Kalymnos

Eindelijk is het zover! Drie maanden onbeperkt klimmen, reizen en genieten zijn begonnen! Een lang gekoesterde wens die uitkomt. Met als eerste bestemming: tufaparadijs Kalymnos!

Spookstadje

De duizenden klimmers die Kalymnos jaarlijks aandoen zijn ver te zoeken op onze dag van aankomst – 4 maart. Hoewel het hoogseizoen van april tot eind oktober loopt hadden we het iets drukker verwacht. Nick van Apollonia Hotel in Massouri verzucht dat de slechte publiciteit rond de vluchtelingencrisis, die voornamelijk het nabijgelegen Kos trof, met vertraging ook het eilandje Kalymnos heeft bereikt. Bovendien hebben de kl**tzakken van Ryanair de meeste van hun directe charters naar Kos geschrapt en zie hier; de budgetklimmers blijven weg. Het anders zo bruisende Massouri lijkt nu een spookstadje. Maar eenmaal aan de rots spotten we hier en daar leven. Voornamelijk Amerikaanse klimmers die vier vliegtuigen, twee taxi’s en een veerboot overhadden om hier te zijn. En zeker niet de minste goden; hier en daar worden routes vanaf 8a ingetikt!

No-scooter

We besluiten de eerste week alleen de klimsectoren op loopafstand te bezoeken. Scheelt weer een week scooterhuur, zegt de Hollander in mij (;). Dag 1 wennen we aan het buitengebeuren in de toegankelijke sector Poets. Prachtige grijze compacte kalkwanden met kleine tufa’s vanaf niveau 5a/6a waar menig beginner zijn eerste ketting heeft geklipt. Het voelt voor mij nog niet comfortabel. De reis naar Kalymnos en de spanning van de laatste weken voorbereiding zitten in mijn lijf en ik worstel me door routes die ik normaliter ‘met mijn ogen dicht’ kan.

Grande Grotta Bootcamp

De volgende dag wandelen, uhm, bootcampen we naar Grande Grotta. Een half uur relatief stijl omhoog over een kronkelend pad. Mijn Fitbit zegt: heavy workout. Maar eenmaal boven gekomen is de inspanning snel vergeten. Grande Grotta blijft een imposant plaatje. Bij aankomst hangt een Amerikaans stel in een van de meest gefotografeerde routes van het eiland: Aegiais (7c). De pezige klimmer ‘danst’ van tufa naar tufa waarbij het bijna een tango lijkt te worden. Wij lopen door naar sector Panorama en warmen op in Carpe Diem (6b) en Panselinos (6b+). Toegankelijke maar extreem ‘pumpy’ routes die de zuurgraad in mijn armen tot ongekende hoogtes brengen. Wel voel ik me gelukkig al een stuk vertrouwder en sterker dan de eerste dag.

Lengtekaart in Cigarillo

De rookpauze van Richard brengt me op een idee voor mijn eerste project: Cigarillo (7a). Een gemakkelijk begin met goede randjes leidt naar een kleine grot waar je bij wijze van spreken een koffiebar verwacht – al zittend kun je genieten van een kleine coffee break. Daarna bouwt de route op in moeilijkheid waarbij je over afwisselend randen, pockets en tufa’s klimt. Appeltje, eitje, denk ik nog. Totdat ik 4 meter voor de finish de crux tegenkom. Alle structuur op de rotswand lijkt van het ene op het andere moment verdwenen te zijn. Een Grieks complot! Ik probeer deze puzzelpas op verschillende manieren op te lossen. Een keer lukt het me de volgende haak te bereiken, maar instant memory loss slaat toe. Hoe deed ik dit ook alweer? Ik trek niet graag de lengtekaart, maar het lijkt erop alsof ik te klein ben voor deze lastige passage. Richard heeft twee pogingen nodig om Cigarillo uit te klimmen. Ja, lengtevoordeel hé!

Spierballen en Spanakopita

De derde klimdag probeer ik Aeolia (6c+). Een route die we om onbekende redenen alle eerdere jaren op Kalymnos hebben genegeerd. De route start subtiel en technisch op een vlakke plaat. Jykes! Daar ben ik niet sterk in. Daarna een prachtige traverse over piepkleine treden van randje naar randje. Vervolgens begint het spierballengedeelte: beide armen aan een grote tufa en al ‘schoorstenend’ je weg naar boven werken. De uitklim van deze route is vooral een kwestie van volhouden: de grepen zijn groot, bijna kingsize, maar na 28 meter houdt het een keer op met mijn uithoudingsvermogen. Richard probeert daarna Aeolia extensie (7a+). Na twee pogingen houden we het beiden voor gezien: morgen weer een dag! Al genietend van de zee, mede-klimmers en een (flink) stuk Spanakopita, filodeegtaart gevuld met feta en spinazie, besef ik hoe mooi het leven is. Wordt vervolgd!

Klimtraining: hoe boek je progressie

Ik klim inmiddels een jaartje of 15 en dan zou je bijna gaan denken: het hoogtepunt is wel geweest. Toch merk ik juist de laatste jaren dat ik sterker word. Hoe komt dat? En beter nog: hoe kun je ook als geoefende klimmer, via klimtraining, net dat beetje progressie boeken?

Techniek is het halve werk

Klimsucces wordt voor een groot deel bepaald door een goede techniek. En die kan eigenlijk altijd verbeterd worden. De kleinste details kunnen het verschil maken. Zo merkte ik dat mijn voetenwerk niet precies genoeg was. Ik zette er te weinig druk op, durfde niet goed te staan, of zette mijn teen net een millimeter te ver op een greep. Dat kan het verschil maken tussen een project wel of niet uitklimmen. Die foutjes merk je als klimmer niet altijd zelf op. Vraag daarom aan je klimmaatje actief om feedback: wat valt je op als ik klim? Wat kan ik verbeteren in jouw ogen? Heb je de mogelijkheid, vraag iemand om jou in je route te filmen en analyseer samen wat er goed gaat en beter kan. Krijg je de kans om een training in je hal te volgen: doe het! Zo volgde ik in een grijs verleden de klimtraining van Wouter Jongeneelen, nu mede-eigenaar van Bruut, en jawel, die moeilijke routes bleken toch binnen mijn bereik.

Angst

Angst om te vallen, vrees voor blessures, onzekerheid: ga er actief mee aan de slag door stap voor stap je grens op te zoeken.  Laat daarbij het tempo van jezelf afhangen en laat je niet opjagen. Twee jaar geleden liep ik tijdens een bouldersessie een acute peesblessure op; een gedeeltelijke pully ruptuur aan mijn middelvinger. Pijnlijk en vooral erg schrikken (het ‘plopgeluid’ dat mijn vinger maakte, brrrrr). Los van de herstelperiode die nodig was om weer op mijn oude niveau te komen bleek het moeilijk om mijn angst los te laten. Wat als ik dat kleine greepje te hard belast, houdt mijn vinger dat wel? Wat als mijn voet van de tree afschuift? Om gek van te worden! Langzamerhand groeide het vertrouwen en kon ik mijn angst loslaten. Waarschijnlijk doordat ik zoveel tijd voor mijn herstel heb gepakt en de basis op orde heb gebracht – vooral qua uithouding en techniek – klim ik nu een niveau beter. Vet! Conclusie: is je hoofd niet op orde, dan houd je  jezelf onbewust tegen in je klimontwikkeling.

Doelgericht, niet per definitie een schema

Als je niet oplet, dan ‘draai’ je elke week het zelfde riedeltje af en blijf je stilstaan. Ik heb zelf geen behoefte aan een uitgetypt trainingsschema maar bepaal wel wekelijks op hoofdlijnen wat ik ga doen en welke doelen ik wil behalen. De ene week ligt de focus op uithouding en klim ik veel maar wel een volle graad onder mijn maximale niveau. De volgende week ligt de nadruk op kracht en sleur ik mezelf door lastige boulders heen. De week erna focus ik op het toppen van een specifiek project. Afwisseling zit voor mij ook in binnen versus buiten klimmen en verschillende klimhallen. En ja, mijn klimmaatjes gooien wel eens roet in het eten door mijn ‘waar-gaan-we-klimmen-schema’ om te gooien. Maar hé, dat houdt het interessant!

Samen trainen

Voor mij persoonlijk is het sociale aspect bij het klimmen van doorslaggevend belang voor mijn prestaties. Ik heb het geluk dat ik toffe mensen om me heen heb die een lekker potje kunnen klimmen. Ik ben in routeniveau uitgedrukt de zwakste schakel, maar ook dat zie ik als een voordeel: ik kan me namelijk aan hun niveau optrekken. Wat heeft dit met progressie te maken? Ik zie om mij heen nog wel eens zeer gefocuste klimmers die alleen trainen of geen oog hebben voor hun omgeving. Gemiste kans vind ik, omdat juist anderen vaak beter zien wat jouw ontwikkelpunten zijn. En omdat met gelijkgestemde klimmers vaak ook gezonde onderlinge competitie ontstaat. Hoe fijn is het als jij die ene route als eerste topt? Kijk eens om je heen in een klimhal. Ga er lekker voor zitten – net als ik elke week doe met een kopje koffie in Rotterdam (;)- hoe klimt iemand de route die jij net deed? Waar gaat hij of zij staan? Hoe is zijn balans? Dit kan je de inzichten bieden die je nodig hebt om progressie te boeken.

Klimtraining
Klimtraining in Rotterdam

Top 5 Kalymnos

Zeven keer naar Kalymnos = zeven vette Griekse klimjaren. Tijd voor een ode aan het Griekse klimparadijs en zijn mooiste routes.

Cyclops
Cyclops Kalymnos
Cyclops (6c), sector Panorama

Naast de imposante Grande Grotta ligt sector Panoroma. De laatste jaren zo druk met ijverige klimmertjes dat ik de zonovergoten sector oversla. In de beginjaren van het Griekse eiland kon ik hier echter op mijn gemak in de imposante overhang van Cyclops (6c) werken. De route begint in een krachtige overhang waar je van ‘knol’ naar ‘knol’ (of tufa?) zwaait. Net als je denkt dat je biceps het begeeft en het zuurgehalte in je bloed de limiet bereikt, wacht op het eind nog een verrassing. Subtiele pasjes op kleine randjes. Drie pogingen en een flinke bak met Griekse yoghurt later is het mij gelukt. Deze route is een aanrader, al is het maar vanwege het fotogenieke karakter ervan.

Les Amazones
Amazones, Kalymnos
Les Amazones (6c), sector Spartacus

Voor het klimvirus toesloeg was ik een typisch paardenmeisje. De route Les Amazones (6c) op sector Spartacus sprak wat dat betreft erg aan… not! Het is niet de meest charmante klimroute om te zien. Toch is het vanwege de diversiteit aan bewegingen aan tufa’s een van mijn favorieten. De route dankt zijn naam aan de typerende pas waarbij je je al zittend ‘in het zadel’ een weg naar boven werkt. Eenmaal op de tufa dringt de werkelijkheid pas echt door: ik heb nog een lange, lange weg te gaan in deze dertig meter lange structuurloze wand. De route kan een aanslag zijn op je uithoudingsvermogen, tenzij je slim gebruikmaakt van de beschikbare tufa’s. Dus: pas na pas jezelf tussen de twee tufa’s ‘klemmen’.

Eros
Kastor, Kalymnos
Eros (7b+) sector Arhi

Kort en krachtig. Deze twee woorden typeren de route Eros (7b+). Wie denkt dat hij of zij deze 20 meter ‘wel even klimt’, heeft het mis. De passen in deze flink overhangende grot zijn boulderachtig zwaar en behoorlijk ruim. En zeker op een hete zomerdag glibberen je handen snel van de gladde tufa’s af. Dat betekent veelal dat je harder knijpt dan strikt noodzakelijk en dus sneller moe raakt. Eenmaal boven wacht nog een verrassing: de moeilijkheid zit ‘m in het klippen van de ketting. En dat is waar ik de afgelopen jaren consequent sneuvel. Richard klimt de route in de tweede poging. Voor mij is Eros te hoog gegrepen, maar tof genoeg om op mijn to-do lijst te houden.

 Adolf in the bay
Iannis Kalymnos
Adolf in the bay (6c+), sector Iannis

Mijn favoriete sector op Kalymnos is zonder twijfel Iannis. Een grijs-oranje grot met tufa’s, pockets en stalactieten. De uitzichten vanaf dit schaduwrijke ‘balkon’ zijn prachtig. Een van de populairste routes van de sector is Adolf in the bay (6c+). Zo populair dat ik in 2015 getuige ben van een ware cat fight tussen een Duitse en Italiaanse klimster die de route beiden op het oog hebben. Pas na tussenkomst van superrelaxte local Simon Montmory bedaren de gemoederen weer. Terug naar de route… Adolf in the bay slingert de eerste 15 meter over grote gaten en grepen. Krachtig, maar niet onmogelijk. De laatste meters traverseer je eerst naar rechts om – heel behoedzaam – over piepkleine randjes weer linksom naar de ketting te klimmen. Een kwestie van kalm blijven.

Remetzo
Sector Secret garden, klimmen Kalymnos
Secret garden, Kalymnos

Soms kom je een route tegen die er niet speciaal uitziet of aanvoelt. Toch is mijn laatste tip Remetzo (6c). Deze recht-toe-recht-aan spierballenroute bevindt zich op het linkergedeelte van sector Secret garden. Secret garden is al lang niet meer een geheim en juist een van de drukste sectoren op Kalymnos. De meesten komen hier voor de routes vanaf niveau 7a, waardoor de ‘gemakkelijke’ routes vergeten worden. Fijn voor mij, want daardoor heb ik alle tijd om Remetzo nog een keer te klimmen!

Praktische info Kalymnos:

 

 

 

 

Cormot en Remigny: als een klimgod in de Bourgogne

Naar de Bourgogne ga je niet om heel de dag de longen uit je lijf te klimmen. Dan doe je het gebied – en jezelf – tekort. Combineer fantastisch sportklimmen met wijntjes, lekker eten en natuur.

Beaune als uitvalsbasis

In mei vertoeven we een week in de Bourgogne. Met als achterliggende gedachte: gaat het klimmen minder, dan kunnen we in ieder geval veel cultuur snuiven. We kiezen voor Beaune als uitvalsbasis. Een prachtige stad waar de wijnboeren zichtbaar goede zaken doen. Het ene na het andere kasteel verrijst langs de kronkelige weggetjes, terwijl we aan alle kanten worden ingehaald. Onder de 300 pk hoor je er niet bij. Zondagsrijden betekent in de Bourgogne: met 200 km per uur in je Masserati over de heuvels schieten.

Ti Punch

Terug naar het klimmen… Vanuit Beaune is het 15 minuten rijden naar een van de tofste klimgebieden: Remigny. Op aanraden van Bart, Hans en Dominique zoeken we meteen de overhangende Ti Punch (6b+). Populaire route, zo blijkt uit de treden die je tegemoet schitteren. Boulderachtige, verre bewegingen. Voor mij – herstellend van een vingerblessure – nog iets te pittig als ‘opwarmroute’.

Beginnerswand

We besluiten 100 meter door te lopen naar de ‘beginnerswand’. Het is Hemelvaart en de Fransen klimmen met hun kinderen, opa’s en oma’s de vele gemakkelijke routes. Normaliter zou het aanzicht van hordes klimmers me snel doen omdraaien. Hier hangt echter een relaxte sfeer. Niemand maakt zich druk, iedereen past zijn volume aan. Ik klim Voie des Buis en Les Buis Bis (beide 5a). Toegankelijke, riant behaakte opwarmroutes. Dat geeft vertrouwen.

Pumpy

Remigny doet qua klimstijl het meest denken aan de Frankenjura: overhangende wanden, veel gaten en nogal ‘pumpy’. Het is niet zozeer dat ik de kracht mis. Na zo’n 30 meter non-stop passen maken slaat de verzuring gewoon genadeloos toe. Een dag later – we hebben het gebied weer voor onszelf – klimmen we in hoog tempo een aantal mooie routes, onder andere L’u si Fier (6c) en Ti Punch (6b+). Richard heeft zijn zinnen gezet op Charlotte Stone (7a+). Hij klimt de route in de eerste poging uit. Daar moet een (streek)wijntje op gedronken worden!

Cormot, climbing Burgundy
Cormot
Twee paar verbaasde ogen

We beproeven ons geluk de volgende dag in Cormot. “Moet je kijken, iedereen heeft een helm op,” zeg ik naïef. Het bord bij de ingang van het massief waarschuwt voor vallende stenen. Aan de stevigheid van de rots zelf ligt het niet, die lijkt vrij solide. Maar terwijl Richard stand maakt wordt duidelijk wat het ‘probleem’ is in Cormot. Twee paar verbaasde ogen kijken hem aan. Wandelaars die het pad volgen bovenop het massief schoppen af en toe een steentje naar beneden. Weer ‘s iets anders dan de geiten waarmee je in Griekenland rekening moet houden…

La Panique (6a+), Cormot. Foto: Williams Belle
La Panique (6a+), Cormot. Foto: Denise 
Fixin

Na een paar dagen regen vertrekken we naar Fixin, op zo’n rijden van Beaune. Mijn ervaringen daar lees je later!

Op weg naar Fixin
Praktische info

Valeria Spanje: klein maar fijn

Tijdens ons verblijf in Cuenca rijden we in de weekenden naar het nabij gelegen kleinere Valeria in Spanje. Met als reden: heel klimmend Madrid weet Valeria nog niet te vinden, dus lekker rustig.

Los Arcos voor een topo ‘erbij’

In de eerste bar die we tegenkomen, Los Arcos, bestellen we naast een lekkere espresso op de gok ook een ‘topo erbij’. Het is meteen raak. Voor het schamelige bedrag van 10 euro is de gloednieuwe Valeria-topo van ons! Veel (klim)toeristen komen hier duidelijk niet. We zijn een bezienswaardigheid voor de locals die om 11.00 uur gebroederlijk aan de cerveza zitten.

Muchos relaxos

Klimmen in Valeria blijkt een prettige ervaring. De setting is super: een eindeloze gorge met alleen maar rots, rots en rots. Prachtige, compacte gele kalk. Tijdens het klimmen worden we gezelschap gehouden door talloze vale gieren die vol verwachting boven onze hoofden cirkelen. “Dat moet toch een keer mis gaan met die sappige klimmers”, zullen ze hebben gedacht.

Volop bekijks voor de vale gier
Klauter kabouteren

Het niveau in dit gebied is een stuk toegankelijker dan in Cuenca: veel vijfde- en zesdegraads routes en een reeks overhangende 7a’s. Heerlijk om een dagje te ‘klauter kabouteren’. De sfeer is muchos relaxos: lokals picknickend in het gras, genietend van de zon en de sportieve inspanningen. De routes zijn bijzonder dicht naast elkaar behaakt en krioelen door elkaar heen. Ik klim een boulderachtige 5a+ die achteraf de 6b Conculin blijkt te zijn. Ach ja, zijn we meteen opgewarmd…

Conculin (6b)
Spaanse haakafstanden

Richard stapt in een mooie overhangende 7a (Joven Hechicero) in de sector Chopera Sur. Vanaf de grond ziet het er klimbaar uit: volop treetjes, gaten en randjes. De haakafstand is Spaans te noemen, lekker ruim. Bij de instap blijkt echter snel dat we niet de eersten zijn die een poging wagen: spiegeltje-spiegeltje glad geklommen. Dit gaat door tot aan het dak, waarna zowel de treden als de grepen ruwer en groter worden.

Op weg naar veiligheid in het dak (Joven Hechicero, 7a)

Een doos vol klimtechniek

We sluiten een mooie dag af bij de sector Huerto de Mencho. Hadden we eerder moeten doen, want hier zijn de routes veel langer (zo’n 30 meter). De wanden zijn verticaal tot (heel) licht overhangend. De bewegingen: “Prachtig!!”, aldus Richard. Hier heb je geen kracht nodig, maar wel een doos vol techniek en balans. Niet mijn cup of tea, zeg maar. “Maar wel goed voor je!”, herhaalt Richard. We klimmen uiteindelijk een aantal fijne 6a’s.

Mi amigo el murcielago (6a)
Praktische informatie klimmen in Valeria:

 

 

 

 

 

 

Een heilige klimweek in Cuenca Spanje

Begin april vertrekken we met de auto naar Cuenca, regio Castillie-La Mancha, Spanje. Eerste indruk: on-Spaanse Phoenixwijken. Maar dan een stukje verder: de oude stad. Met vlak daarbuiten: de meest fantastische klimsectoren van Spanje! Cuenca staat in mijn top 5 van all time favorites!

Oude stad Cuenca als uitvalsbasis

Krioelende straatjes, imposante vestingmuren en de fameuze ‘Casas colgades’ (hangende huizen). Dat is typisch Cuenca. Onze verblijfplaats voor drie weken: Alizaque lodge. Lekker comfortabel en groots uitzicht over de Hoz del Hucar, waar zich de belangrijkste klimgebieden concentreren. Strategisch uitgekozen vanwege de ligging net buiten de oude stad. Wel zo handig gedurende de Semana Santa (heilige week) die tijdens Pasen een permanent verkeers- en parkeerinfarct veroorzaakt. Elke dag zijn er talloze paasprocessies in kleurige gewaden. Ik krijg er een beetje de kriebels van, maar eenmaal gewend ook kippenvel.

Casas colgades (foto: Denise van der Veeke)
Semana Santa (santacuentatuviaje.net)
Hoz del Hucar, Cuenca
Sector Ermita

De eerste dag zoeken we de koelte op van sector Ermita. Zonder de topo uitvoerig te hebben bestudeerd. “Kom Richard, die route ziet er vet uit. Touwtje inhangen?” Ik had net een jongen een prachtige overhangende route door gele kalkrots zien klimmen. Schijnbaar op z’n dooie akkertje, dus moeilijker dan een 6b kon het niet zijn. Des te groter is de verbazing als de topo toch echt 7c+ aangeeft… De toon is meteen gezet:  klimmen in Cuenca, zeker sector Ermita, is niet voor watjes. Als je minimaal 7a klimt kom je een heel eind. Maar het wordt pas echt interessant voor klimmers met niveau vanaf 7c+/8a.Niet voor watjes. Zo lopen we op een mooie zondag Ramon Julian Puigblanque tegen het kleine gespierde lijf. Even later topt hij zijn project (9a?).

Sector Ermita
Alfar

De volgende sector waar we ons geluk beproeven is Alfar. Een imposant geel met grijs kalkmassief waar je vooral je uithoudingsvermogen nodig hebt. Kleine randjes worden afgewisseld door gaten, gaatjes en nog meer kleinere gaatjes. Een van de highlights: Al Tran Tran (6c+), die ik na drie dagen zwoegen (en vloeken) uitklim. Richard klimt ook Euforia (7a), vergelijkbaar met Al Tran Tran, maar net wat krachtiger. Na drie pogingen in Euforia houd ik het even voor gezien. Een paar dagen later: yes!!!!!

Euforia 7a, Cuenca
Euforia (7a)
El Camino

De brug over de Hucar-rivier leidt naar de volgende sector: El Camino. Een aanrader voor hete dagen, want tot 17:00 uur in de schaduw. Hier domineert grijze verticale en licht overhangende kalkrots met voornamelijk zevendegraads routes. We ‘warmen op’ in Woody (7a+). De instap gaat via slechte/ platte/ gladde zijgrepen. Het middenstuk is prachtig met ruime passen aan niet slechte randjes, maar daarna stelt het einde teleur met een gebrek aan iets wat in de buurt komt van een bruikbare greep of voettrede. Het is weer duidelijk: de Cuenca’naren zijn niet flauw met het graderen van routes.

Richard probeert daarna Un buchaca en la placa (7b). “Nice route, hard crux”, moedigt een goedlachse local hem nog aan. Vriendin en baby kijken toe vanaf een veilige afstand. De crux blijkt te hard. Wel een prachtige lijn via gaten, zijgrepen, mono’s en randjes.

Mar Adentro (6a+)
Drukte ontvluchten

Cuenca is voor Madrilenen het dichtstbijzijnde grote klimgebied, wat het in de weekenden tot een massale bedoening kan maken. Wij ontvluchten deze drukte door op die dagen het nabijgelegen en minder harde Valeria te bezoeken.

Handige links: