Je kunt het je bijna niet voorstellen, maar toen ik begon met klimmen waren er weinig klimblogs. Als ik een nieuwe bestemming zocht, dook ik vaak de boekhandel in. Zelfs de Lonely planet moest eraan te pas komen. De inspiratie voor het Spaanse El Chorro kwam uit onverwachte hoek. “Caminito del Rey krijgt make-over“, kopte de headlines in 2004. Het koningspad op 100 meter hoogte van Alóra naar Malaga dat tot een aantal fatale ongevallen had geleid, zou worden gerestaureerd. In het artikel werd El Chorro als ideale bestemming voor klimmers genoemd. Sí sí!
Horror
Mijn eerste kennismaking met El Chorro destijds is met drie woorden te beschrijven: regen, regen, regen. De helft van de tijd regende het zo hard, dat de modder over de wegen stroomde. Statistisch gezien onmogelijk in Andalusië. Op de overige dagen waaide het Decathlon tentje, dat we speciaal voor die ene vakantie kochten, bijna weg. Noemenswaardige klimprestaties werden niet geleverd. Horror. Gek genoeg is El Chorro me altijd bijgebleven als één van de tofste klimspots. Waarom? Vanwege de totale staat van ontspanning. Wie je ook bent, je mag altijd meeklimmen, -eten of meerijden. Die gemoedelijkheid en gastvrijheid zijn kenmerkend voor dit Spaanse gebied.


Galm
In november 2019 verruilen we het tentje van weleer voor een comfortabel appartement in Alóra, op 20 minuten rijden van El Chorro. Een fijne keuze als je zelfvoorzienend wilt zijn, want een goede bakker, slager en supermarkten zijn er in overvloed. “Bienvenue a Casita el Jasmin!“, galmt het vrolijk als we de trappen van ons appartement oplopen. Onze van oorsprong Franse host Nadiá kletst ons gezellig de oren van het hoofd, terwijl ze zelfgemaakte vijgenjam en een fles goede tinto in mijn handen drukt. Alóra heeft als voordeel dat het centraal ligt tussen zowel El Chorro als de klimgebieden aan de kust, zoals Puerto Rico (Marbella) en Mijas (Fuengirola). Al komen we daar deze vakantie niet aan toe…

Dagjesmensen
Ik ben benieuwd of El Chorro na al die jaren nog steeds zijn semi-verlaten charme heeft bewaard. Het is even slikken als we weer de eerste keer de bergen in rijden. Waar eerder de TomTom het woord El Chorro niet herkende, staat nu om 5 kilometer een bordje. El Chorro is dé toegang tot de Caminito del Rey en dat zullen we weten. Touringcars volgepropt met dagjesmensen rijden af en aan naar ‘ons’ dorp. De restauratie van het koningspad heeft gezorgd voor een explosie van het toerisme in de regio. Naast een camping en verschillende b&b’s kent het dorp nu zelfs een hotel, la Gargante, dat gelukkig in stijl is gebouwd in de voormalige tarwefabriek.
Pamper
Het zonnetje brandt de eerste dagen hard op de zuidelijk gelegen routes van sector Frontales. “Better put on some sunscreen, love”, tippen twee vriendelijke Britten me. Zelf zijn ze niet zo van de smeersels, te zien aan de rode strepen op hun ruggen. “Ben benieuwd wat ze gaan klimmen,” mompel ik terwijl ik een gemakkelijke route zoek om op te warmen. De route die de Brit klimt, ziet er toegankelijk uit. Ik gok 6a. De mannen, die naar eigen zeggen well into hun sixties zijn, blijken op hun gemakje alle 7b’s en 7c’s af te vinken. “We klommen al 8a toen jij nog in de pampers liep.” Respect. Frontales biedt gelukkig ook een aantal prachtige makkelijke routes, zoals Café Burboscon (5c) en Seco y Pedro (6b). Geïnspireerd door de krasse heren klim ik een paar dagen later op dezelfde wand Anack Sunamun (7b), die met zijn 40 meter wel wat kostbare huid vergt.

Citroenen
Wanneer je van Alorá naar El Chorro rijdt, doemt de immense oranje-grijze rots al na enkele minuten op. Met als masterpiece de imposante grot Poema de Roca. De routes in de grot zijn immens populair en glad geklommen. Een goed alternatief zijn de routes rechts van de grot, zoals Vivac Porus (7a+). Deze licht overhangende route is wat technischer, met een paar tricky kruispassen halverwege. En een mega-verzurende uitklim op platte, maar goede grepen. “Deze kan ik wel“, roep ik enthousiast na een eerste uitwerkpoging. Des te frustrerender wordt het wanneer ik keer op keer zo verzuur dat ik los moet laten. Mijn armen voelen als een netje uitgeperste citroenen. Ik moet denken aan de tegeltjeswijsheid van de vriendelijke Brit eerder die dag: “When life gives you lemons, make lemonade”. Na een rustdag doe ik nog een poging en klim de route uit.


Desplomilandia
Na een week bakken in de zon op Frontales is het tijd voor iets anders. De zonnebrand gaat anders wel erg snel op. De keuze valt op Desplomilandia, een ruig ogend gebied omgeven door groenblauwe stuwmeren. Bij subsector Buena Sombra ontmoeten we een groep Amerikaanse teletubbies – herstel – klimmers. De geboren Texanen hebben het zichtbaar lastig met de ijzige Spaanse wind die over het stuwmeer raast. Ze klimmen in hun dikste jassen met handschoenen aan. “We dachten dat het in Spanje warm zou zijn”. Als Nederlander ben ik natuurlijk wel wat gewend, dus trek ik enthousiast mijn donsjas uit om in Buena Sombra (6b+) te stappen.

Het is niet koud
De routes bij Desplomilandia voelen een stuk harder dan in de gebieden dusver. De klimstijl is technisch, de kleine greepjes vlijmscherp. En daardoor extra pijnlijk aan de koude vingertjes. Klimmen onder deze omstandigheden gaat nog nét. Zekeren is een ander verhaal. Wanneer ik uitgebreid de crux van Akira (7b) bestudeer, hoor ik onder me het koude gesnotter van Richard, die mij geduldig vol in de wind staat te zekeren. Na en paar uur noordenwind houden we het voor gezien. Tip: bewaar Desplomilandia voor hete dagen.

Legaal
Op rustdagen is El Chorro een ideale uitvalsbasis voor een flinke portie shopping in één van de talrijke malls rond Malága. Wie meer van natuur houdt, kan kiezen voor een wandeling rondom het dorp. Bijvoorbeeld het pad dat via sector Makinodromo over een deel van de Caminito del Rey loopt. Makinodromo is volgens de topo op een aantal manieren te bereiken, variërend van snel en illegaal (via de treintunnels) tot lang en legaal (te voet). We kiezen de legale versie. De wandeling is tricky door de niet zo vaste grindpaadjes. Het spooky gevoel wordt versterkt door de tientallen vale gieren die ons structureel lijken te volgen.

Light my fire
Na zo’n drie uur flink omhoog stappen, zie ik in de verte de wanden van Makinodromo opdoemen. Onder de rots brandt een vuur. “Is het wel veilig om daar langs te lopen? Wie weet woont daar een of andere wacko”. Ik heb duidelijk teveel Netflix-horror gekeken en voel me niet op mijn gemak. Eenmaal dichterbij zien we twee verkleumde jongens rond hun zelfgebrouwen kampvuur. “Zie je wel, niets om bang van te zijn“, grapt Richard wijzend op de twee piepjonge klimmertjes. “Jullie zijn de eerste mensen die we zien deze week.” Ze zijn al vijf dagen afgesneden van de beschaving om de klassieke lijn Lourdes (8a) te klimmen.

Staalkabel-stress
Na een halve dag wandelen komen we bij het instappunt van de Caminito. Een duidelijke ingang is er niet. Wel een deel van de oude brug met een staalkabel. Klimmer of geen klimmer, ik voel wat stress starend in de 100 meter diepe rivier El Chorro. “Er kan niets gebeuren”, bemoedigt Richard me. Nou, goed dan. Het alternatief is vier uur terug wandelen, of illegaal een treintunnel doorlopen. Ik praat mezelf moed in en steek het betonnen luchtbruggetje over. Het lijkt de andere toeristen niets te deren, ze zijn druk met hun selfie sticks.

Stiekemerd
“Hola“, klinkt het een paar minuten nadat we het koningspad op zijn geklommen. We worden staande gehouden. “Mijn collega zag op de camerabewaking dat jullie het pad op zijn gesprongen. Dat mag niet.” Dat we klimmers zijn en de topo aangeeft dat we deze short-cut mógen benutten, deert de strenge Spaanse meneer niets. Ik zet mijn grootste ogen op en kijk een paar keer héél zielig, maar niets helpt. We moeten terug naar de start van de Caminito. De bewaker geeft ons twee verrassende opties: terug met de bus naar El Chorro, óf stiekem door de treintunnel lopen. Wat? Bus it is!

Praktische info El Chorro
- Beste periode: van november tot april.
- Topo: Spain: El Chorro van Rockfax. Een deel van de opbrengst van deze topo gaat naar een reboulting fund. Kopen dus!
- Eten: Casa Abilio (sterwaardig) en Casa Nelly (gezellig en veel) in Alóra





