Starstruck in Spanje: van Dani Andrada tot Tom Bolger

Een lange klimtrip in het voorjaar is de beste beslissing ooit! Perfecte condities en de kans om topklimmers uit alle windstreken in actie te zien. En dan sta je oog in oog met Dani Andrada…

Brug te ver

Op een mooie zonnige dag rijden we naar sector Can Codolar in Siurana. Het doel: Bindelef (7a+) uitpuzzelen. Richard klimt deze 35 meter lange verticale route een aantal dagen eerder en vindt dat ik er serieus werk van moet maken. “Je kunt alle passen“. Ik ben (heel) sceptisch en blijf hameren dat dit écht een brug te ver is. De passen maken is één, maar 35 meter technische foefjes volhouden is twee.

Ochtendhumeur

Bindelef is één van de meest populaire routes in Siurana. Ik zet de wekker lekker vroeg om als eerste bij de sector aan te komen. Slaapzand en een vertrouwd ochtendhumeur zorgen voor een waardeloze eerste poging. Van boulderstart op kleine randjes, krachtpassen, subtiele traverse tot relatief gemakkelijk uitklim: elke passage klim ik met veel gepiep, geklaag en talloze bloks. De middenpassage over een scheur sla ik helemaal over. Zelfs Richard gooit de handdoek bijna in de ring. Het is vast pijnlijk om te zien hoe slécht ik de route uitpuzzel. “Ik ben een diesel! Geef me wat tijd“, wetend dat dit waarschijnlijk op een teleurstelling gaat uitlopen.

Siurana
De Diesel
Ready for take-off

Zoals altijd neem ik de tijd om mezelf te herpakken. Banaan. Mueslireep. Slokje water. En gaan! Mijn humeur is inmiddels ontdooid en mijn spieren soepel. De eerste sectie klim ik vlot. Daarna de technische passen over een crack. Die gaan ook goed. De crux – een verre pas van een piepklein ondergreepje naar een zijgreep – moet nog komen. Ik voel me op dit punt opvallend ‘vers’ en in mijn hoofd speelt al een overwinningsdeuntje.

Adem

Maar als ik de pas probeer ben ik ineens de voetvolgorde kwijt. “Waar zitten die #*#** treetjes?”  Bang om eruit te vallen klim ik een meter terug naar de laatste grote greep. Moet je niet doen. Nogmaals de pas. Weer hetzelfde. Ik neem een diepe teug adem en mijn geheugen komt gelukkig terug: daar moet die voet! De crux is gelukt, maar ik heb zoveel energie verspild dat de verzuring toeslaat. Ik verpest het bijna in de gemakkelijke passen die volgen; linkerhand in plaats van rechterhand, gevolgd door een handwissel. Op het nippertje bereik ik de gemakkelijke finish en klim ik Bindelef!

Bloc del Pork
Doorbijten!
Frozen

Deze dag (week, jaar?) kan niet meer stuk. Moe, voldaan, euforisch lopen we naar de auto. Een dag later laat ik mijn ouders, die kennismaken met het aparte leven van een klimmer, Bindelef zien. Twee seconden later loopt een Spanjaard – moe, zuchtend, magnesium nog op zijn gezicht – naar zijn auto. En dan sta je naast Dani Andradi. Ik krijg geen Ola over mijn lippen. Richard ziet hoe moe Andrada is en bekijkt dit unieke tafereel van een afstand.  Andrada zelf is blij als hij zijn touw in zijn oude Corsa’tje gooit en kan neerploffen. “Dat is Andrada“, fluister ik. Mijn moeder: “Wie?” “Eén van de beste klimmers ter wereld. Zeg maar gerust de George Clooney van Catalonië.” Vader: “Zal ik een foto van hem maken en een handtekening vragen?” “Nee, doe maar niet. Hij is vast moe van het klimmen.” Zo sta je oog in oog met je idool en bevries je.

Chachi qui Chapi, Margalef
Pief Paf Poef in Chachi qui Chapi (7a), Margalef (foto: Ben van der Veeke)
Onderdompeling

Bij een onderdompeling in het klimleven hoort ook zelf klimmen. We rijden naar Bloc del Pork in Margalef. Mijn vader toont solide voetwerk, terwijl mijn moeder zich ontpopt tot enthousiast klimfilmmaker. Op 100 meter afstand zien en horen we klimmers in sector Racó de la Finestra, waar de afgelopen weken de nodige 9a’s sneuvelden.

Margalef
Racó de la Finestra (foto: Marian Ros-van der Veeke)
Margalef
6a+ op Bloc del Pork (foto: Ben van der Veeke)
Margalef
Bloc del Pork = hoger dan je denkt (foto: Ben van der Veeke)
Niet genetisch

Richard en  mijn vader besluiten een kijkje te nemen: “Zo’n overhangend dak heb je nog nooit gezien!” Mijn vader, getalenteerde fotograaf, legt alle vlinders, bloemen, rotsen en mensen vast die hij tegenkomt.

Racó de la Finestra
Tom Bolger in project (9a?) (foto: Ben van der Veeke)

‘s Avonds lopen we door de foto’s heen en spotten we een wel héél bekende naam: Tom Bolger. Starstruck-ness zit duidelijk niet in de familie…

Sprookjes en spierpijn in Siurana

Succesvolle projecten, pieken, toppen. De eerste week in Catalonië is een aaneenschakeling van hoogtepunten. Maar the sky is zeker niet de limit, heb ik ontdekt in Siurana.

Transparant

Het klimmen op conglomeraat, voornamelijk via gaatjes, gaat me gemakkelijk af. De rots is echter zo ruw en de routes zo krachtig dat het scherpe er elke dag meer vanaf gaat. De huid op mijn vingertoppen is transparant, mijn knieën gebutst en mijn armspieren permanent in de vechtmodus. Tijd voor een recharge! Na de nodige tapas en wijntjes verruilen we de kiezelstenen van Margalef voor de verticale wanden van Siurana. Op de centrale parkeerplaats, hoog boven de rivier, houdt een Catalaanse parkeerwacht ons tegen. “Wilt u een vrijwillige bijdrage betalen van 2 euro zodat dit gebied schoon en ordelijk blijft?” Ja, dat willen we wel. De parkeerplaats barst om 9:00 uur al uit zijn voegen door de tientallen campers, bussen en auto’s van klimmers die er tijdens de paasvakantie op uit trekken.

Kinderwagens

Het pad naar klimsector Can marges de Dalt is een belevenis op zich. Een smal, vlak pad dat op een meter van de afgrond de klimsectoren met elkaar verbindt. Geen hek ernaast, want dat hoeft niet in Spanje. Families met oma’s, opa’s, ouders en kinderwagens lopen met picknickmand en al over dit pad. Voor hen de normaalste zaak van de wereld, maar voor mij toch twee keer slikken. We klimmen ontspannen een aantal vijfde- en zesde graads routes in de zon.

Can marges de Dalt, Siurana
Can marges de Dalt

De routes kronkelen over solide grijze rots van randje naar randje, waarbij je op kleine treden balanceert. Een stijl die ik normaliter het liefst vermijd – mijn voetenwerk is niet 100% – maar die nu als een verademing voor mijn vermoeide schouders komt. Op de terugweg naar de auto, terwijl de zon ondergaat, nemen we de tijd om alles in ons op te nemen bij het markante La Trona. 

Zonvermijdend klimgedrag

De thermometer tikt de 25 graden aan. Tijd voor zonvermijdend klimgedrag. De keuze valt op Grau del Massets, een enigszins afgelegen sector waar je ‘s ochtends in de zon klimt, maar wel met de verkoeling van oude olijfbomen. Wederom een betoverende wandeling dwars door wijngaarden over een stenen wenteltrap het dal in, langs de rand van een gorge.

Aha-moment

Mijn oog valt op een licht overhangende route: Es Algo (7a). Enthousiast klipt Richard het eerste setje – met clip stick – in en werkt de passen uit. Dat gaat hem soepel af, tot zo’n twee derde van de route. “Geen idee hoe deze pas moet“. Het aha-moment komt niet. “Kwestie van goed uitwerken“, denk ik nog terwijl ik hoopvol de route instap. Zo’n dertig minuten en twintig verschillende bewegingen later snap ik nog steeds geen puntje-puntje van de passage. “Die Spanjaarden hebben secondelijm op hun vingers. Ik weet anders niet hoe ze dit fixen“, verzucht Richard.

La Trona Siurana
La Trona
Klamme handjes

Het ego naar normale proporties geslonken en beiden beentjes op de grond proberen we de naastgelegen Bon Col-legui (6c+). Natuurlijk niet de slimste zet na de total fail van een paar minuten eerder… Eigenwijs als ik ben, wil ik het ding klimmen. De zon staat inmiddels hoog aan de hemel en de klamme handjes maken het lastig om de kleine grepen te fixeren. Ook de voettreden die normaliter ruw zijn, spiegelen nu in het felle licht. De instap van de route is direct slopend: via een ondiepe zijgreep, met de voetjes op wrijving, anderhalve meter door naar een platte rand. Richard hangt de setjes met frisse tegenzin in en is blij als hij onder zijn olijfboom met een bocadillo (en cigarillo) kan bijkomen. Hij klimt de route, minus de start en laatste pas.

Slopend

Met (heel) veel touwsteun maak ik de eerste pas. De rest van de route is ongelooflijk mooi en gevarieerd. Een traverse naar links over kleine gaatjes met een ‘sprong’ naar een goede rand. Daarna subtiel over kleine randjes, blijven ademen, tot je de laatste meters via slopers behoedzaam naar de eindketting klimt. Buiten het kansloze begin van de route lukken alle passen, óók de laatste pas die Richard zo handig oversloeg. “Nog een keer proberen? Kijken wie het verst komt“, grap ik. Richard heeft zijn klimschoenen al aan de olijfboom gehangen, maar is gelukkig in voor een kleine competitie (;). Hij zet het gas erop en klimt Bon Col-legui daarna in één zucht uit!

Zweetdruppeltjes

Nu mag jij! No pressure“. Het verschil tussen een route uitwerken – de passen proberen, puzzelen, hangen – en een echte poging blijkt toch wel erg groot. Door de harde start van de route raken mijn onderarmen snel verzuurd. En dan moet je nog 20 meter… Halverwege de route zie ik de zweetdruppeltjes over mijn buik naar beneden sijpelen en denk nog “Wie gaat hier hangen voor haar lol?” Een gekke klimmer dus. Focus aan, volhouden en: klimmen! Richard wint deze ronde voor mij: geen druppel zweet te bekennen bij hem.

Mijn top 5 routes in Siurana
  1. Bindelef (7a+), Can Codolár
  2. Bon Col-legui (6c+), Grau del Massets
  3. Ultima del 85 (6a), Can Marges de Dalt
  4. Spit de boira (6a), Can Marges de Dalt
  5. Gat Reggae (6c), Can Melafots

Catalonië: a muerte in Margalef

Een maand in Kalymnos is voorbij. Gevlogen. Een korte pitstop in Nederland, een bergje was en een flitsbezoek aan familie later vertrekken we naar onze volgende bestemming: Catalonië!

Mi casa, su casa

Onze uitvalsbasis Ulldemolins is strategisch gekozen door Richard himself. Een op-en-top Catalaans dorpje centraal gelegen tussen de belangrijkste klimgebieden Siurana en Margalef. Ik heb me ontfermd over het ‘comfort niveau’ van onze casa: drie slaapkamers, twee badkamers, twee dakterrassen, een patio en… Netflix! (:) We worden hartelijk ontvangen door Jordi, die een aardig mengelmoesje Catalaans en Frans spreekt. Hij drukt ons een grote mand met lokale lekkernijen in de armen en sluit lachend af: “Geniet van júllie huis de komende maand!”

Kerk in Ulldemolins
Uitzicht vanaf de casa
Zoekt en gij zult vinden

Na Kalymnos, waar de klimsectoren op loop- en scooterafstand liggen, is het even wennen aan de dagelijkse autorit. Mijn wagenziekte helpt niet mee. Het enige dat werkt: zelf rijden. En Kia of geen Kia, die bochten zijn van mij! Onze keuze valt op sector Racó de les Espadelles in Margalef, met routes vanaf 6b. Prima start. Onze houvast is de eenvoudige Guia d’escalades a Margalef waarin de parkeerplaats en pad naar de sector zijn beschreven. Na de laatste haarspeldbocht zetten we de auto aan de kant en lopen een duidelijk pad naar boven. Heel duidelijk. Na een half uur nog geen rots te zien. “Maakt niet uit hoor“, roep ik positief. Na nog een half uur in de bakkende zon zien we meerdere auto’s precies de andere kant op rijden. Richard biedt aan terug te lopen en de auto te halen. Echte liefde. De parkeerplaats blijkt 5 minuten hoger te liggen met een wandeling van 2 minuten naar de routes…

Racó de les espadelles

Klimmen in Margalef is a whole new ballgame. Kenmerkend is het type rots: conglomeraat, kalksteen met allerlei soorten en maten kiezels. Je klimt op de gaten waar vroeger de kiezels zaten. We gooien ons touw neer voor Punto de gravedad cero (6b+). “Ziet er te doen uit”. Naast ons zijn twee Britse klimmers druk in de weer met een clip stick.  Ze hangen voor de veiligheid hun eerste twee setjes vanaf de grond in. Nadat Richard de eerste pas in zijn route maakt begrijpen wij waarom. De piepkleine gaatjes zijn glad en vrijwel onmogelijk vast te houden. En dat nog voordat Richard het eerste setje in kan hangen. Met enig kunst- en vliegwerk (ik duw Richard met mijn volle macht in de wand) hangt het eerste setje. Later komen we erachter dat de eerste grote greep in de route is uitgebroken. De rest van de route is easy peasy.

Schot in de roos

Zo’n begin van een klimdag geeft weinig vertrouwen om moeilijke routes te proberen. De twee vriendelijke Britten overtuigen ons om toch een poging te wagen in Qué pasa neng (7a). “Good holds all the way.” Nou goed dan. Qué pasa neng blijkt een schot in de roos. Een flink overhangende wand vol met verstopte gaten en randjes. De start is krachtig: voetjes van de grond, een verre kruispas en trekken naar de eerste goede greep. Daarna een licht overhangende sectie met gaatjes en zijgrepen. De uitklim gaat subtiel over scherpe randjes waarbij degelijk voetenwerk is vereist. Richard klimt de route in de tweede poging. Ik heb veel moeite met de finale en zet de lengtekaart in: “Te verre pas voor mij!” Met enige creativiteit vind ik een intermediaire greep, nou ja, greepje, en klim de route met één blok uit. Niet gek voor een eerste dag.

Racó de les Espadelles
Fly me to the moon
Nieuwe inzichten

Dag twee staat de wekker extra vroeg en hebben we een missie: een clip stick kopen! Ja, ook na 15 jaar klimmen kun je tot nieuwe inzichten komen. Onderweg naar Racó de les Espadelles rijd ik bijna een Catalaan met baguette van zijn fiets – hij scheurt met 50 km per uur de bocht om – duidelijk verbaasd over de vroege aanwezigheid van klimvolk. Daarna werk ik alle passen van Qué pasa neng nogmaals goed uit. Leek eerst de finale van de route een onmogelijke opgave, nu sneuvel ik halverwege al. Irritant. Ik zoek mijn toevlucht tot een beproefd recept: siësta inclusief chocolade croissant. Een paar uur later klim ik de route!

Racó de les Espadelles
De clip stick
Franja de ponent

Richard begint zich zo langzamerhand zorgen te maken over ons ‘niveauverschil’. Daar zat tot een aantal jaren geleden iets meer marge. (;) Hij stapt dapper in de naastgelegen Franja de ponent (7a). De clip stick reikt tot en met de derde haak, wat het een stuk veiliger maakt. Na wederom een boulderachtige start volgen in deze route echter geen grote grepen, maar kleine afgeklommen gaatjes.  Dat is even slikken. Met het zelfvertrouwen nog vers in mijn armen doe ik ook een poging. Kansloos. De eerste pas blijft na zo’n 8 keer proberen onhaalbaar. Ik geef het op. Met een vette lach op zijn gezicht klimt Richard Franja de ponent daarna uit. Met als beloning één van de mooiste uitzichten die we ooit hebben gehad.

Mijn top 5 routes in Margalef
  1. Qué pasa neng (7a) Racó de les espadelles
  2. Route 47 (7a+), Racó de les espadelles
  3. Tot es igual (6a+), Bloc del Pork
  4. Chachi qui chapi (7a), Can Torxa
  5. Uy uy uy quina por (6b), Can Regino

 

 

Revenge of the nerds: Odyssey Kalymnos

Met het euforische gevoel na project Kastor gaan we de laatste dagen Kalymnos in. Een dubbel gevoel: hoe kunnen we dit nog overtreffen?

In de rij voor DNA

De meeste restaurantjes en winkels zijn inmiddels geopend en de grote groepen klimmers stromen binnen. De dagen dat we alleen of met ‘bekenden’ – je komt dagelijks vertrouwde gezichten tegen – aan een rots stonden zijn definitief voorbij. Bewust nemen we afstand van de populaire sectoren Grande Grotta en Panorama, waar ondanks de tientallen beauties van routes elke gek toch in de rij staat voor DNA (7a). Misschien omdat de topo aangeeft dat deze route geen enkele techniek vereist? (;)

Oude liefde

Kalymnos telt talloze verschillende sectoren met haar eigen charme: verticaal, overhangend, scherp, afgeklommen, pockets, tufa’s, remote, drukbezocht, aan het strand of aan een weg. Nu de ‘druk’ om te presteren wat is afgenomen, besluiten we om een relatief gemakkelijk gebied te bezoeken: sector Odyssey. In eerdere jaren klom ik hier mijn allereerste 6c (Ciao Vecchio). En worstelde in een pumpy 6b+, Atena, waarbij ik steevast hyper verzuurd met mijn neus op de ketting losliet.

Odyssey Kalymnos
Sector Odyssey
Spiegelei

Een groep enthousiaste Britten houdt Atena bezet, dus we besluiten een andere lijn te klimmen: Calipso (6c+). “Is goed te doen, toch?”, mompel ik nonchalant terwijl Richard op zijn tandvlees de boulderachtige crux klimt. Zijn rechter middelvinger geklemd in een afgeklommen mono, linkerhand met twee vingers in een ondiep kuiltje. Zijn voeten staan op iets dat verdacht veel lijkt op een spiegelei. Daarna volgt een passage van bak naar bak – het lijkt verdorie wel een indoor klimwand – en op het eind moet hij alle kracht bijzetten om een verre maar goede greep te pakken. Richard klimt de route daarna easy peasy uit. Ik heb aanzienlijk meer moeite met het begin van de route, ondanks dat ik niet één maar twee-en-een-halve vinger in de begingreep krijg gepropt. Enkele zuchten, vloekjes en pogingen later klim ik de route uit.

Monsterlijk

Zodra de Britse klimhelmpjes Odyssey verlaten, hangt Richard snel een touw in Atena. Tijd voor de ultieme wraak. Dat valt tegen. De route is enorm glad geklommen en lastig te ontcijferen; grepen zitten verstopt en ik verzuur daardoor sneller dan verwacht. “Laat maar hoor. Niet de moeite.” Ik herpak mezelf na een half uur en een kingsize chocolade croissant en klim dit monsterlijke ding voor de eerste keer uit!

God van het enthousiasme

De combinatie van relatief gemakkelijke routes en een korte aanlooptijd bevalt zo goed, dat we ook de volgende dag naar Odyssey rijden. Het plan: Dionysos (7a), zoon van Zeus en de god van het enthousiasme. “Nou, die route is me dan op het lijf geschreven!” Op de heenweg passeren we een groep van (16!) Australiërs en zijn blij dat we als eerste bij de rots aankomen om meteen in de route te stappen.

Kansloos?

Dionysos bouwt prettig op: je start op een verticale wand met goede pockets en randjes. Daarna volgt een sectie met grote gaten en zijgrepen tot op een brede richel waar je ongegeneerd kunt zitten. En dat doe ik dan ook. Je bent een diva of je bent het niet. Daarna enkele krachtige boulderpassen gevolgd door een mild stuk over goede zijgrepen naar de grande finale. Weg grote grepen. Enige dat overblijft is een ver, vlijmscherp randje, een lastige voetwissel en de eindketting. Richard klimt Dionysos eenmaal opgewarmd eenvoudig uit.

Dionysos (7a)
Diva on the rocks

Ik heb veel tijd nodig om alle passen goed in mijn hoofd te prenten. Dat gaat moeizaam. Heel moeizaam. Ik hoor de Australiërs denken: kansloos. Daar kik ik echter op en stop daarna al mijn energie en enthousiasme in de ultieme poging. In de eindpassage vliegen mijn voetjes twee keer gecontroleerd los van de wand als een echte gangster. Vet! Apetrots.

Dionysos (7a)
Dionysos uitgezoomd: living on the ledge
Bromance

De laatste dag genieten we van de beste Griekse koffie bij Sofrano en eten we veel en lekker bij ons vaste adres, Manifesto. Als afsluiter een dikke Griekse knuffel van de eigenaar. Ook voor Richard. Zijn Bromance (of Gromance?) is ten einde. Next stop: Spanje!

Sofrano coffee
Griekse gastvrijheid bij Sofrano